maandag 8 november 2010

God. En werkmannen.

België staat sinds kort op de 18de plaats op de ontwikkelingsranglijst van de Verenigde Naties. Helemaal bovenaan bevinden zich de welvarende landen Noorwegen (1), Australië (2) en Nieuw-Zeeland (3). On the bottom van de ranglijst staan - surprise, surprise - de Afrikaanse landen Niger (167), Congo (168) en Zimbabwe (169).

Hoog tijd dus om het met de youngsters te hebben over de kloof tussen arm en rijk. En meer concreet: hoe zouden zij armoede uit de wereld helpen?

Haïti. Opmerkelijk hoe vaak Dunia, Lara, Marwan en Itziar Haïti vermelden wanneer het over armoede gaat. Dat ze de actualiteit niet volgen, kan dus zeker niet van hen gezegd worden. Maar zo vergeten ze haast dat er nog andere arme landen in de wereld bestaan en sterker zelfs, ze beginnen te lachen wanneer ik hen vertel dat er ook arme kindjes bestaan in België.

Maar goed, ze zijn niet op alle vlakken even naïef. Ze beseffen bijvoorbeeld verdomd goed dat arme mensen vaak niet de luxe hebben zoals hen om dagelijks naar school te gaan. En ze zijn zich er bovendien van bewust dat niet naar school gaan de kansen op het vinden van werk later drastisch vermindert. Want als je niet naar school bent geweest, dan kan je bijvoorbeeld niet weten hoeveel 10 gedeeld door 70 is. Of wat een uitroepingsteken betekent. Lara gaat zelfs nog een stapje verder en vertelt dat je dan ook geen huis kan bouwen. Want daar zit altijd zo’n tekst bij – ik vermoed een handleiding – en als je die niet kan lezen, ja, dan kan je ook geen huis bouwen. Wat ik bovendien ontzettend chapeau vind, is dat ze nu al beseffen dat ook het leren van Frans ontzettend belangrijk is voor later. Want, zegt Dunia, als je tijdens je werk ergens een ladder moet zetten en je kan geen Frans, dan weet je toch helemaal niet waar die ladder moet staan?! Kortom, deze kids zijn ervan overtuigd: education is everything.
Vervolgens ben ik ontzettend benieuwd wie volgens hen (en hoe?) het probleem van armoede kan/moet oplossen. En op dat moment komt God in the picture. God moet er volgens hen immers voor zorgen dat er geen arme mensen meer op de wereld bestaan. En werkmannen natuurlijk. Die moeten – daar gaan we weer – naar Haïti gestuurd worden om daar huizen te bouwen. Uiteraard kan ook Sinterklaas zijn steentje bijdragen door speelgoed te brengen naar de arme kindjes. Maar bestaat Sinterklaas wel, merkt Dunia op. Want die ene keer in het shoppingcentrum… En toen werd het stil en keken ze me allen vragend aan. Ouch, deze had ik niet zien aankomen. Ik begin te stamelen en vertel iets à la ‘dé echte Sinterklaas heb ik ook nog niet gezien, maar ik denk wel dat hij bestaat.’ Oef, ze lijken mijn antwoord te aanvaarden. Maar ja, zegt Dunia dan, dat maakt niet uit. In Haïti komt die toch niet, da’s nogal moeilijk om daar te geraken met die aardbeving.

1 opmerking:

Labels